Bijenwas
Bijenwas wordt door de werksters als schilfertjes geproduceerd in de wasklieren aan de buikzijde tussen de achterlijfsegmenten. Ze worden gekauwd voor de uitbouw van de raten.
Vooral jonge bijen van 12 tot 18 dagen oud ‘zweten’ was. Er is veel voedsel nodig bij voldoende hoge temperatuur.
De natuurcel telt ongeveer 830 cellen per 10x10 cm. In de handel wordt waswafel met minder cellen aangeboden (750/780/800).
Nieuw geproduceerde wasraat is wit. Bij het opslaan van honing en stuifmeel wordt was goudgeel. Ontzegelwas is goudgeel. Broedraat wordt donkerbruin en zelfs zwart.
Wasraat die ondoorzichtig is geworden wordt gesmolten.
Door de mogelijke aanwezigheid van sporen van Amerikaans Vuilbroed worden broedraten regelmatig vervangen en gesmolten.
Was wordt teruggewonnen met een stoom- of zonnewassmelter.
Was van broedramen is donkerbruin en wordt industrieel gezuiverd door toevoeging van zuren bv. oxaalzuur.
Was wordt verwerkt in boenwas, entwas, in beitsen, in producten voor behandeling van parketvloeren of wordt gebruikt voor kaarsen.
Van gezuiverde was wordt waswafel gemaakt.
In de handel wordt zowel gegoten als gewalste waswafel aangeboden.
Voor de hobbyimker zijn kleine wasgiettoestellen nuttig voor het recupereren van was in eigen kringloop.