Propolis
De kleverige harsachtige beschermlaag op de knoppen van bomen wordt door de bijen ingezameld en opgeslagen op de celranden, op oneffenheden en er worden kieren mee toegeklit. Het is een ontsmettende stof die als sanitaire drempels in de kast het bijenvolk beschermt. Bijen verwerken propolis samen met was en voegen speekselenzymen toe.
Bij ons is propolis bruin en van het berken-populierentype. De kleur kan variëren van bruingeel tot groen en zwart al naargelang de oorsprong. Talrijke struiken, heesters en coniferen kunnen propolis leveren.
Propolis oogsten kan door afkrabben van kastonderdelen of inzamelen met een propolisrooster bovenop de kast. Om warmteverlies tegen te gaan metselen de bijen de roosteropeningen dicht.
Propolishars bevat een grote hoeveelheid flavonoïden (26) en etherische oliën (30) die oplosbaar zijn in alcohol. Propolis heeft ook een kleine wateroplosbare fractie.
Enkele flavonoïden zijn actieve antibiotica tegen virussen, bacteriën en schimmels (pinobanksine, galangine, quercetine, caffeoylics).
Enkele aromatische verbindingen zijn bekend als werkzaam tegen bacteriën en schimmels (benzoëzuur, caffeïnezuur, sorbinezuur, eugenol).
De toepassingen met propolis zijn gebaseerd op de antibiotische werking.
>Onbehandelde propolis wordt gekauwd.
Bij verwerking in tinctuur kunnen de eigenschappen beter benut worden en voor huidaandoeningen wordt propolis verwerkt in zalf.
Propolis wordt ook gebruikt in een verdampingstoestel.
In de veeartsenij wordt propolis gebruikt bijvoorbeeld voor griep bij paarden en blauwtong bij schapen.