Virusziekten

Virusziekten.

Virussen zijn uiterst kleine infectieverwekkende partikels die met een elektronenmicroscoop kunnen waargenomen worden. Tot op heden werden in honingbijen een 20-tal verschillende virussen gevonden die latent aanwezig zijn.
Zakbroedvirus (SBV) vernietigt de larve.
De huid van de larve blijft ongeschonden, binnenin bevindt zich een van wit naar bruin verkleurende vloeibare inhoud die later indroogt. De ziekte komt zelden voor.
De besmetting gebeurt wellicht via de speekselklieren van volwassen bijen. Vermoedelijk kunnen ook varroamijten als drager fungeren.
Bij geringe aantasting is de ziekte nauwelijks merkbaar en verdwijnt meestal vanzelf.
Warm houden, goede stuifmeelaanvoer, het poetsgedrag stimuleren door lichtjes te voederen en eventueel de moer vervangen geven meestal een positief resultaat. Aangetaste raten verwijderden.
Bijenverlamming wordt veroorzaakt door infectie van het broed met het
Chronisch Paralysis Virus (CPV) en het Acute Paralysis Virus (APV).
CPV verloopt quasi onopgemerkt, maar kan acuut worden. Duizenden zieke bijen verlaten de kast om buiten te gaan sterven. Men vindt krabbelaars voor de kast op de grond. Meestal hebben ze ook hun haarkleed verloren, waardoor ze er zwarter uitzien (meiziekte of zwarte ziekte).
Het snel werkende APV komt in veel bijenvolken voor zonder schade te veroorzaken. Grote uitzondering hierop is het gelijktijdig optreden met varroatose.Door de bloedzuigende activiteit van de varroamijten ontstaan kleine wondjes waarlangs de virussen binnendringen. De samenloop van beide ziekten leidt meestal tot de ondergang van de kolonie.
Bepaalde nevensymptomen gelijken sterk op Europees vuilbroed, maar wordt in feite door het APV veroorzaakt.
Deformed Wing Virus (DWV) vervormt de vleugels en is nauw verbonden met de aantasting door Varroa.
Er zijn geen remedies tegen deze virussen. Een goede bestrijding van de varroamijt helpt de verspreiding van de virussen tegengaan. De preventieve maatregelen tegen zakbroed zijn ook hier nuttig.